05-part D.pdf

(5340 KB) Pobierz
209254805 UNPDF
-
-~g--
'ii!iif T -w- " ~"'F_" '" ~~m-
m
-- - - -
'!%F'"
209254805.002.png
1
Het meervoud van zelfstandige
naamwoorden
Tegenwoordig zie je op straat geen paarden meer. De mensen gaan
naar hun werk in auto's, bussen, treinen of op de nets.
Tussen half acht en negen zijn er door het hele land dan ook veel files.
Voor paarden moet je buiten de steden zijn.
Het enkelvoud eindigt op:
1.1 Twee medeklinkers
enke/voud:
het paard
de kast
het feest
de test
de nets
de kist
de poort
het bord
de buurt
de kust
meervoud: + en
de paarden
de kasten
de feesten
de testen
de netsen
de kisten
de poorten
de borden
de buurten
de kusten
1.2 -au/-ou, -ei/-ij, -eu, -ie, -ui + medeklinker
enke/voud:
meervoud: + en
de vrouw
de vrouwen
de trein
de treinen
de deur
de deuren
het dier
de dieren
de tuin
de tuinen
1.3 Klinker + medeklinker
enke/voud:
meervoud: s/otmedek/inker
verdubbe/en + en
de mannen
de flessen
de vissen
de snorren
de bussen
de man
de fles
de vis
de snor
de bus
177
209254805.003.png
.
Zet het woord tussen haakjes in het meervoud.
I Bij het station staan vaak drie (bus) te wachten.
2 De buren hebben drie (kat) en twee (hond).
3 Ik vind melk uit (fles) lekkerder dan melk uit (pak).
4 Hoeveel (sigaret) rook jij per dag?
5 Hoe laat zijn de (les) afgelopen?
6 Er liggen twee (pen) op de grond.
7 Veel mensen willen geen sinaasappels met (pit).
8 Hoeveel (man) met (snor) zitten er in deze groep?
9 In de stad zie je geen (paard).
IO De (bord) staan op tafe!.
II Er rijden veel (trein) tussen Den Haag en Rotterdam.
I2 De (vrouw) uit onze groep komen uit Turkije en Indonesie.
Enkele uitzonderingen op 1.3:
het bad
het bed rag
het blad
de dag
het dak
het dal
het gat
het glas
de baden
de bedragen
de bladen
de dagen
de daken
de dalen
de gaten
de glazen
de oorlog
het pad
het schot
de slag
het slot
het spel
het verslag
de weg
de oorlogen
de paden
de schoten
de slagen
de sloten
de spelen
de verslagen
de wegen
(Zie de 'Toelichting voor de docent' voor meer uitzonderingen.)
Hoeveel sigaretten rook
jij per dag?
I78
Oefeningen
209254805.004.png
.
Zet het woord tussen haakjes in het meervoud.
1 Van wie zijn die (tas) op tafel?
2 Geef eens twee (glas) uit de kast.
3 Op welke (dag) hebben jullie les?
4 ('Dagblad') is een ander woord voor ('krant').
5 Op maandag lees ik de (verslag) van de voetbalwedstrijden.
6 Ik £lets niet graag op (weg) zander £lets(pad).
7 Van welke (slot) zijn deze sleutels?
8 Op de Veluwe hebben we nog mooie (bos).
9 Op de (dak) van de huizen liggen rode (dakpan).
10 De Olympisehe (spel) waren in 2°°4 in Griekenland.
1.4 Dubbele klinker+ medeklinker
enkelvoud:
meervoud: een klinker weg + en
Ik heb aardige buren. We zijn al jaren met elkaar bevriend. Jammer
genoeg verhuizen ze over een paar weken.
het jaar
de week
de boom
de buur
de jaren
de weken
de bomen
de buren
8
Woorddictee: schrijf de woorden die je hoort op.
1 Alle... hebben in de zomer zes ... vrij.
2 Kent u de ... van uw ...?
3 Op tafelliggen ... en ...
4 Walter heeft ... met zijn visum.
5 Het is koud, doe de ... maar dieht.
6 In mijn flat mag je geen ... hebben.
7 Dat vind ik jammer, want ik houd wel van ... en ...
8 De... van mijn ... staan in mijn agenda.
179
209254805.005.png
1.5 -a, -i, -0, -u, -y
enke/voud:
meervoud: + 's
De oude vrouw had een paar foto's van haar kleinkinderen. Het waren
twee leuke baby's.
de paprika
de tosti
de foto
de paraplu
de baby
de paprika's
de tosti's
de foto's
de paraplu's
de baby's
Let op: Na een medeklinker met -e schrijven we de s aan het woord vast:
het horloge
de douche
de file
de horloges
de douches
de files
e
Zet het woord tussen haakjes in het meervoud.
1 In de kantine verkopen ze (tosti).
2 Hier zijn de (foto) van mijn (zus) en hun (baby).
3 Je mag de (komma) en (punt) niet vergeten.
4 Het regent, dan rijden er minder (fiets) en meer (auto).
5 Als het regent zijn er meer (file).
6 Op school staan de (paraplu) in de gang.
7 Ik koop (paprika) altijd op de markt.
8 Je kan er ook goedkope (horloge) kopen.
9 Voor het Centraal Station staan altijd veel (taxi).
IO Zaterdag ga ik met drie (collega) naar een feest.
1.6 -eau, -e, -ee, -ay
enke/voud:
meervoud: + s (aan het woord vast)
Voor haar verjaardag had ze mooie cadeaus gekregen: boeken, oorbel-
len en twee portemonnees!
het cadeau
het cafe
het dictee
het essay
de cadeaus
de cafes
de dictees
de essays
180
209254805.001.png
Zgłoś jeśli naruszono regulamin